Achtbaan

Hetty ten Holt

Kort verhaal, zomer 2023

Achtbaan (Kort verhaal)

Aan het einde van de werkdag verlaat Cindy haar kantoor met het roze bureau. In haar zwarte jurkje en roze colbert loopt ze over de parkeerplaats naar haar roze Jeep. Blootsvoets want haar plastic pumps vallen altijd van haar voeten. Ze rijdt over de parketvloer op een kronkelend bergweggetje naar huis.

Net als ze met hoge snelheid op een haarspeldbocht afrijdt, merkt ze dat de rem kapot is. Ze begint te gillen. Maar dan verschijnt haar vriend Ben. Hij rent keihard naast de auto, opent haar portier en trekt haar achter het stuur vandaan. Samen zien ze de roze Jeep in de diepte verdwijnen.

‘Dat was net op tijd’, zegt Cindy, ‘Dankjewel’
‘Bij mij ben je veilig’, zegt Ben.

Ze geven elkaar een zoen. Op de mond.

1 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

Het geluid van de dichtslaande voordeur. ‘Papa!’ Ik laat mijn handen zakken en leg de poppen op de grond. Papa stapt de woonkamer binnen, zijn jas nog aan, zijn werktas in zijn hand.

‘Dag lieverd’. Hij loopt op me af en stapt mijn speelhoek in met een grote bos bloemen. Hij gaat op zijn hurken zitten en legt de bloemen in mijn schoot. ‘Kijk’, zegt hij ‘Voor mama. Is ze boven?’ Ik knik. ‘Wil jij ze aan haar geven?’

‘Ja!’ Ik schuif de poppen en de roze Jeep aan de kant en spring op met de bloemen in mijn armen. Ik loop langs papa naar de gang, de trap op naar de slaapkamer van mijn ouders waar mama bezig is met het opvouwen van de was. Ik steek mijn hoofd om de openstaande deur. ‘Kijk mama’, roep ik, waarna ik met uitgestoken armen naar haar toe loop, ‘van papa’.

Mama kijkt op van de was en pakt de bloemen aan. ‘Nou wat een mooie bloemen’, zegt ze. Maar het klinkt gek. Ze zegt het zoals ze ook wel eens tegen papa zegt dat hij zo mooi op tijd is, op een avond dat hij juist heel laat thuis is. Mama legt de bloemen naast zich op het bed en gaat verder met de was.

Als ik de volgende dag uit school kom en met mijn fiets de tuin in loop, komt mama al door de keukendeur naar buiten om de garage voor me te openen.

‘Kom maar gauw binnen lieverd, daar is het lekker warm’.

Ik zet mijn fiets op de vaste plek naast die van mama. Papa’s fiets staat helemaal achterin de garage, achter een stapel verhuisdozen en rommel. Er ligt zoveel troep dat de auto er niet bij past. Mama wil hem graag in de garage parkeren. Papa belooft dat hij zal opruimen, maar dat is er nog niet van gekomen. Ze maken er ruzie over. Ze maken sowieso vaak ruzie.

Ik zet mijn fiets op de standaard en maak mijn schooltas los uit de snelbinders. Dan loop ik door de tuin naar de keuken waar mama al thee heeft gezet.

‘Heb je de deur op slot gedaan?’, vraagt ze.

2 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

Ik houd de sleutel van de garage omhoog naar mijn moeder en hang hem aan het daarvoor bestemde haakje naast de keukendeur.

‘Goed zo’, zegt mama. En dan zachter: ‘Anders wordt papa boos’.

Dat laatste zegt ze meer tegen zichzelf dan tegen mij. Ik trek mijn muts van mijn hoofd en mijn wanten van mijn handen. Mijn gezicht begint te gloeien van de warmte.

Als ik later op mijn kamer achter mijn bureau zit om huiswerk te maken, pak ik tegelijk met mijn rekenschrift ook het vriendenboekje uit mijn tas dat ik die dag op school teruggekregen heb van Britte. Ik blader door naar de laatst beschreven pagina, die door Britte kleurrijk versierd is met glitterstiften en stickers. Britte heeft opgeschreven dat Het leven van een loser haar favoriete boek is. Haar liefste wens is een hamster.

3 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

Ik blader terug in het boekje en zie de pagina van papa. Hij is de enige die de vragen heeft ingevuld met blauwe vulpen, in grote blokletters omdat ik zijn kriebelige handschrift niet kan lezen. Hij heeft ook als enige geen stickers opgeplakt. Volgens mijn boekje heeft papa bruine ogen en bruin haar. Dat klopt. Zijn favoriete boek is Into the Wild. Zijn favoriete film The Matrix. Die ken ik allebei niet.

De vraag wat zijn liefste wens is, had hij eerst onbeantwoord gelaten. Ik vroeg of hij geen liefste wens had. Dat was wel zo, zei hij, maar die was heel persoonlijk. Ik had aangedrongen en uiteindelijk had hij hem toch opgeschreven. Zijn liefste wens was dat mama niet meer boos op hem zou zijn. Precies zo had hij het opgeschreven.

Nu ik het opnieuw lees, krijg ik een raar gevoel in mijn buik. Het is inderdaad erg persoonlijk. Ik pak een PRITT-stift uit mijn bureaula en plak de bladzijden die papa heeft ingevuld aan elkaar. Dan sluit ik het boekje en open mijn rekenschrift.

Als mama ’s avonds staat te koken en Ben in mijn speelhoek Cindy verrast met een romantisch etentje, gaat mama’s telefoon. Aan haar reactie hoor ik dat het papa is. Mama loopt met snelle passen de gang op en sluit de deur achter zich. Ze gaat harder praten. ‘… kun je niet maken’, vang ik op. En ‘Zak!’. Ik concentreer me op Ben en Cindy die bijna aangekomen zijn bij het restaurant. Cindy struikelt over een stoeptegel, maar Ben vangt haar behendig op.

4 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

‘Dat was net op tijd’, lacht Cindy.
‘Bij mij ben je veilig’, zegt Ben.

Mama komt weer tevoorschijn. Haar wangen zijn rood. Haar ogen ook. Ze probeert naar me te glimlachen. ‘Over 5 minuten aan tafel, lieverd’, zegt ze, terwijl ze langs de speelhoek naar de keuken loopt.

Die avond eet ik samen met mama stamppot boerenkool. Papa eet niet mee. Hij moet weer overwerken, heeft mama gezegd, met Joyce. Verder zegt ze niet veel. Als ik haar na het eten help met afruimen, bedenk ik opeens dat ik de bloemen nergens meer heb gezien.

Als papa thuiskomt, lig ik allang in bed. Ik word wakker van geschreeuw. Ik hoor mama: ‘Wees gewoon eens eerlijk!’. En daarna papa ‘… genoeg van!’, gevolgd door een harde klap met de deur en stampende voetstappen op de trap. Ik hoor papa over de gang lopen, langs mijn kamer naar de zoldertrap, naar de logeerkamer waar hij al weken slaapt. Niet veel later komt mama ook naar boven. Ze probeert haar snikken in te houden. Daarna wordt het snel stil in huis.

Zoals vaker wanneer ik wakker word van de ruzies, lig ik te piekeren. Ik denk aan papa’s wens in mijn vriendenboekje. Hij houdt dus nog steeds van mama. En zij van hem. Want ze vindt het jammer als hij niet op tijd thuis is voor het eten. Maar daar kan papa niets aan doen, dat ligt aan zijn collega Joyce. Die heeft steeds haar werk niet af en dan moet papa langer blijven om haar te helpen.

Kon ik maar eens met Joyce praten en haar uitleggen hoe belangrijk het is dat papa op tijd naar huis kan zodat hij samen met mij en mama kan eten. Maar ik ken Joyce helemaal niet en ik kan ook niet zomaar naar papa’s werk gaan.

Dan heb ik een idee. De garage! Als ik die nou opruim en mama laat geloven dat papa het gedaan heeft, dan is ze vast niet meer boos op hem.

5 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

De volgende avond, als mama op haar werk is en papa mij naar bed brengt, schiet ik extra op met omkleden en tandenpoetsen zodat ik er snel in lig. Ik zeg dat papa mij niet hoeft voor te lezen, dat ik moe ben en meteen wil slapen. Ik weet dat hij niet zal aandringen, omdat hij graag naar beneden wil, naar zijn kantoor.

‘Welterusten lieverd’. Papa geeft me een kus op mijn voorhoofd terwijl hij met zijn hand over mijn deken strijkt. ‘Zal ik de deur op een kier laten?’

‘Ja’, antwoord ik zachtjes, mijn ogen dicht zodat het lijkt of ik al bijna slaap.

Ik hoor papa’s voetstappen op de trap, het open en dicht gaan van de deur naar zijn kantoor. Ik wacht tot er op mijn wekker vijftien minuten voorbij zijn voordat ik zachtjes uit bed stap. Ik trek mijn konijnensloffen en mijn kamerjas aan en sluip de gang op, de trap af.

Beneden in de gang zie ik dat de deur naar papa’s kantoor gesloten is. Voorzichtig duw ik de klink van de deur naar de keuken omlaag, heel langzaam totdat ik weerstand voel en de deur met een kloenk loskomt. Mijn hart klopt in mijn keel als ik even blijf staan en afwacht of papa het gehoord heeft. Maar er gebeurt niets. Ik stap de keuken in en sluit de deur achter me. Dan draai ik de buitendeur van het slot, neem de garagesleutel van het haakje en loop de tuin in. Een gure wind wappert door mijn haar en dringt door de stof van mijn pyjama.

6 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

In de garage laat ik de deur op een kier, knip het licht aan en kijk om me heen. Mijn adem maakt wolkjes. Mijn oog valt meteen op de berg half uitgepakte verhuisdozen die op en naast elkaar staan. Ik kijk in een openstaande doos: bloempotten. Ik til ze uit de doos en zet ze in de kast die tegen de zijmuur van de garage staat. In de volgende dozen vind ik meer bloempotten, oude tennisspullen, tijdschriften, kampeerspullen, babyspullen. Allemaal dingen die al jaren niet gebruikt zijn. Ik zet alles zoveel mogelijk in de kast. Grotere dingen, zoals een babywiegje en de tent, zet ik naast de kast tegen de muur.

Na een tijdje zijn bijna alle dozen leeg. Ik pak er een en vouw de losse flappen op de bodem omhoog, waarna ik ze naar buiten kan duwen en de doos plat in elkaar kan vouwen. Na een paar keer word ik er behendig in en al gauw ligt achterin de garage een flinke stapel gevouwen dozen. Het is kouder dan ik had gedacht en ik moet flink met mijn voeten stampen en in mijn handen wrijven om warm te blijven. Maar straks is er zeker genoeg plek voor de auto.

Dan hoor ik buiten een deur dichtslaan, gevolgd door voetstappen die vanuit de tuin dichterbij komen. Vliegensvlug duik ik in elkaar tegen de muur en blijf daar muisstil zitten.

‘Verdorie, heeft Ellen de garage weer open laten staan’, moppert mijn vader.

Ik voel de koude muur tegen mijn rug, de koude vloer onder mijn sloffen en billen. Als papa de deur open doet, zal hij de opgeruimde vloer zien. Maar het gebeurt niet. Er is alleen de klik van het lichtknopje, het plotselinge donker, de deur die dichtvalt en het geluid van de sleutel in het slot. Ten slotte hoor ik voetstappen in de tuin en het open en dichtgaan van de keukendeur. Dan is het stil.

Ik blijf nog een tijdje zitten tot de kust veilig is. Via de muur en de vloer dringt de kou door mijn huid, mijn vlees, mijn bloed tot in mijn botten. Ik ril over mijn hele lichaam. Als ik overeind kom, voelen mijn benen stijf, mijn tenen gevoelloos onder de konijnenoren. Ik loop langs de roldeur, mijn linkerarm voor me uitgestoken en vind op de tast het lichtknopje bij de deur. Mijn vingers zijn gevoelloos, mijn handen wit, de vingertoppen blauw.

7 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

Ik kijk om me heen. Ik ben nog niet klaar. Ik moet nog een paar dozen opvouwen, wat rondslingerende rommel in vuilniszakken doen. Ik loop een paar passen, voel me duizelig, zak op mijn hurken. Kan ik de klus morgenochtend afmaken, voordat ik naar school ga? Dan kan ik nu terug naar bed. Of zou mama dat merken? Nadenken gaat steeds moeilijker, gedachten ontglippen me. Terug naar bed, ik wil terug naar bed. Ik probeer op te staan, maar de vloer golft als de zee, de fietsen deinen op en neer, ik dein mee. Ik word misselijk, struikel, val op de vloer, een doffe pijn in mijn knie. De deur. Ik moet naar de deur.

Dan realiseer ik me dat papa die op slot gedraaid heeft. Ik zit opgesloten. Wat nu? Hem roepen? Maar zijn kantoor is te ver weg. Bovendien zal hij het aan mama vertellen en dan valt mijn hele plan in duigen. Dan is alles voor niets geweest. Alles mag niet voor niets geweest zijn. Dat. Mag. Niet. Ik ga met mijn rug tegen de muur zitten, mijn knieën opgetrokken, mijn armen om mijn benen geslagen. Mijn kin rust op mijn knieën. Mijn oogleden voelen zwaar. Ik moet ze even sluiten. Heel even maar.

Als ik mijn ogen weer open, zie ik mama’s gezicht. Ze lijkt te schreeuwen maar ik hoor niets. Het is helemaal stil. Wat gek. Mijn ogen vallen weer dicht. Dan word ik door elkaar geschud. Iemand slaat hard op mijn borstkas. Het doet pijn.

8 - 15
Page break - invisible when published

Achtbaan (Kort verhaal)

Het eerste wat ik me herinner van daarna, is de warmte van mama’s buik. Hoe ze me stevig tegen zich aan houdt, terwijl ze de trap oploopt naar de slaapkamer waar ze me behoedzaam neerzet in de vensterbank. Naast de houten kaarthouder met in de uitsparing een foto van mij op mijn laatste verjaardag in Hellendoorn en daarnaast een glazen theelicht met een waxinelichtje. Elke ochtend steekt mama daar een nieuw kaarsje aan.

Door een kier van het gordijn kijk ik naar mama die op bed ligt. Het is overdag maar de gordijnen zijn dicht. De afgelopen tijd zijn papa en mama veel thuis geweest. Papa gaat sinds kort weer naar zijn werk. ’s Nachts slapen ze samen in het tweepersoonsbed waar ze zwijgend tegen elkaar aankruipen. Dan luister ik naar hun ademhaling die steeds dieper en trager wordt.

9 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

Het maakt me rustig, zoals het me vroeger rustig maakte als ik na een nare droom huilend hun slaapkamer binnenkwam, waar mama het dekbed opensloeg en ik wegkroop in het warme holletje tussen de twee volwassen lijven, die me verwarmden en troostten totdat ik in slaap viel.

Vanavond ligt papa niet naast mama maar bovenop haar, zijn ellebogen aan weerszijden van haar hoofd, zijn adem zwaar. Samen bewegen ze zachtjes heen en weer onder de deken. Als het schudden ophoudt, draait mama op haar zij, papa’s arm ligt over haar borst.

De volgende dag zegt papa dat het een vergissing was. Dat hij weer op de logeerkamer zal slapen. Mama wordt boos. Ze vraagt wat hij nou eigenlijk wil.

‘Ik wil zo graag dat je me niet buitensluit’, zegt papa. ‘Ik ben ook verdrietig. Maar jij geeft me het gevoel dat het allemaal mijn schuld is’.
‘Maar jij hebt die deur op slot gedaan’, roept mama. ‘Hoe kon ik weten dat zij daarbinnen zat? Denk je dat ik niet wilde dat ik het anders had gedaan? Dat ik wél naar binnen was gegaan of de deur had opengelaten?’

Ze schreeuwen. Ze huilen. Het is laat als ze gaan slapen, allebei in hun eigen bed. Ik ben verdrietig dat ik niet meer naar hun ademende lijven kan luisteren.

10 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

Een week later staat papa met een grote tas in de deuropening. Hij gaat een tijdje bij Joyce wonen.

‘Ik kom dit weekend de rest van de spullen halen’, zegt hij.

Ik wil dat mama hem tegenhoudt, maar ze zegt niets. Papa hijst de tas over zijn schouder en draait zich om. ‘Pas goed op jezelf’, zegt hij. Dan loopt hij weg. Ik hoor zijn voetstappen op de trap naar beneden, de voordeur die open- en dichtgaat.

Ik moet denken aan Britte. Haar ouders zijn gescheiden. Zij logeert om de week een weekend bij haar vader. Misschien kan ik ook bij papa logeren. Misschien neemt hij me mee als hij dit weekend langskomt.

11 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

Maar papa neemt dat weekend alleen de dozen mee die voor hem klaarstaan. Vanaf de vensterbank zie ik door het openstaande raam hoe hij ze samen met mama in een busje laadt. Ik herken een paar dozen die ik zelf heb leeggemaakt. Als alles ingeladen is, drinken ze samen koffie op het terras onder mij. Papa vraagt hoe het met mama gaat. Mama zegt dat het natuurlijk niet goed gaat, maar dat ze het fijn vindt om alleen thuis te zijn. Dat het haar ruimte geeft. Ik vind dat ze met papa erbij ook genoeg ruimte heeft. Papa knikt alleen maar. Zegt dat hij blij is dat te horen.

Als papa vertrokken is, gaat mama in bed liggen. Ik vraag me af wanneer ik papa weer zal zien. Misschien wil hij eerst zijn nieuwe huis op orde hebben voordat ik langs kan komen.

In de weken daarna zie ik hem niet. Mama belt af en toe met hem. Ze praten over praktische dingen zoals het huis en rekeningen. Ze praten ook over mij. Mama vertelt dat ze mijn kamer aan het opruimen is. Dat ze het fijn vindt om door mijn spullen te gaan en alles netjes in mijn kasten te zetten. Ik mag vaak mee. Dan zet ze me op mijn nachtkastje en kijk ik toe hoe ze in de weer is met mijn spullen. Ook het speelgoed uit de speelhoek heeft ze op mijn kamer gezet. Ben en Cindy zitten nu op mijn bureau. Mama zit daar vaak zachtjes tegen ze te praten. Dan vertelt ze hoe het met haar gaat, wat ze die dag gedaan heeft. Maar dat zegt ze niet tegen papa.

Op een dag staat mama vroeg op. Als ze een nieuw kaarsje aansteekt naast mijn foto, zegt ze zacht ‘Gefeliciteerd meisje’. Natuurlijk, vandaag is het mijn verjaardag! Na het douchen trekt ze haar lichtblauwe zomerjurk aan. Dan doet ze haar haar en make-up. De afgelopen maanden heb ik haar vooral in pyjama of joggingbroek gezien, maar nu lijkt ze weer op de mama die mij vroeger ophaalde van school. Zouden we vandaag iets bijzonders gaan doen?

Mama tilt me op van de vensterbank en draagt me naar mijn kamer waar ze achter mijn bureau gaat zitten, met mij voor zich op het houten blad. Dan trekt ze Ben en Cindy de nette kleren aan die ik ze aandeed als ze samen uiteten gingen. Als ze klaar is, stopt ze de poppen voorzichtig in haar tas.

12 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

De bel gaat en mama pakt haar tas, neemt mij in haar armen en loopt naar de voordeur. Daar staat papa. Hij heeft een bos bloemen bij zich.

‘Mooi’, zegt mama. Dit keer meent ze het wel.

Ze stappen samen in de auto. Ik zit voorin op mama’s schoot tussen haar benen. Onderweg zeggen ze niet veel. Ik probeer te raden waar we heen gaan. Hellendoorn? Het pannenkoekenrestaurant met de glijbaan? Misschien ga ik vanavond eindelijk bij papa logeren.

Na een tijdje herken ik het verkeersbord waarop ‘Avonturenpark’ staat, naast een tekening van een reuzenrad. Joepie! We gaan dus echt naar Hellendoorn, net als vorig jaar! Maar even later slaat papa niet rechtsaf zoals het bord aangeeft, maar rijdt hij nog een stukje rechtdoor. Daar parkeert hij de auto in de berm.

Papa en mama stappen uit, mama doet haar tas over haar schouder en tilt mij in haar armen. Papa pakt de bloemen. Ze lopen over een smalle weg met veel bomen en struiken erlangs. Ik hoor het gejoel van de achtbaan. Misschien kent papa een andere ingang? Dan slaan ze linksaf een bospad in en lopen door tot bij een grote boom.

13 - 15
Page break - invisible when published

Achtbaan (Kort verhaal)

‘Hier?’, vraagt papa.

Mama knikt. Ze zet haar tas neer, papa legt de bloemen op de grond. Mama wiegt me in haar armen. Dan begint ze opeens te snikken. Papa legt een arm om haar schouder.

‘Wil je even wachten?’ vraagt hij. ‘Nee’, antwoordt mama, ‘maar wil jij het doen?’

Voorzichtig geeft mama me over aan papa die me stevig tegen zijn borst drukt. Wat is het heerlijk om zijn armen weer te voelen, zijn geur op te snuiven. Papa klemt zijn hand stevig om me heen en maakt een draaiende beweging. Ik voel iets open gaan en dan word ik opeens heel licht. Als papa bukt en me vlak boven de grond steeds verder laat overhellen, zit ik weer naast hem in de achtbaan, in het voorste karretje dat bijna het hoogste punt bereikt. Ik hou mijn adem in. Dan stort ik de diepte in, uitgelaten, mijn haren wapperend in de wind, mijn armen in de lucht, zwaaiend en gillend van angst maar vooral van plezier.

Even later is het voorbij en hervind ik mijn evenwicht. Ik voel aarde, grassprietjes, zon. Boven me zie ik papa en mama.

14 - 15

Achtbaan (Kort verhaal)

‘Wat een mooie plek’, zegt mama.
‘Zullen we ergens wat drinken?’, vraagt papa.
Mama knikt. ‘Ga jij maar alvast naar de auto. Ik kom zo’.

Als papa uit het zicht verdwenen is, haalt mama Ben en Cindy uit haar tas, zakt door haar knieën en zet ze op het gras. ‘Pas goed op mijn lieve meisje’, fluistert ze. Dan staat ze op en loopt langzaam weg.

Hé niet weggaan, denk ik. De schaduw van de boom valt over me heen. Een windvlaag waaiert me uit.

15 - 15

Over de auteur

Hetty ten Holt onderzoekt in haar werk de ongemakkelijkheden in zichzelf en de wereld om zich heen. Ze legt de vinger op de zere plek en benoemt waar het schuurt. Ze publiceert (on)regelmatig op haar blog en social media. In 2018 verscheen haar dichtbundel ‘Of weet je alles al’ uit, met gedichten over verlies die ze schreef na het overlijden van haar moeder. Daarnaast werden haar gedichten gepubliceerd op de website van het televisieprogramma Ik mis je (2018-2019), in de verjaardagskalender van Uitgeverij Palmslag (2022) en in het tijdschrift Proefdruk (2023).

Ze heeft opgetreden op de viering van Internationale Vrouwendag in het Haags Historisch Museum (2019), festival Poetry in the Park in Den Haag (2019) en het Open Lucht Therapie podium in Groningen (2022). Ze studeert momenteel aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Daar schreef ze afgelopen jaar dit korte verhaal.

Meer over Hetty en haar werk vind je op haar website: www.HettyOntdekt.nl

Of scan de QR-code.